Vluchtheuvelgemeente te Zetten
|
|||
|
MIJN VLUCHTHEUVEL
Rubriek uit het kerkblad: MIJN HAAR ZIJN HUN VLUCHTHEUVEL IS......
Maart 2017 Mijn Vluchtheuvel….. Frits Sipman
In
de kerkdienst van
zondag 29 januari
heb ik bij de
mededelingen het
initiatief genomen
om in dit jaar 2017
nog op zoek te gaan
naar manieren en
middelen om de
kerk-uitzetting op 1
januari 2018 te
kunnen voorkomen.
Dit kan en wil ik
niet alleen doen,
dus deed ik de
oproep aan andere
heuvelaars om met
mij mee te doen; dit
resulteerde in een
hartverwarmende
steunreactie van
veel mensen, waarvan
een aantal actieve
medestanders. Deze
groep vormt nu de
actiegroep
'Heldrings Kerk'; ik
ben zo vrij om ons
even zo te noemen.
Sinds mijn prille
jeugd ken ik de
Heldringstichting,
ben er mee
opgegroeid en mee
vergroeid geraakt,
allereerst door
contacten die ik er
opdeed in mijn
puberteit, later als
broodbezorger vanuit
de bakkerij van mijn
ouders en de
afgelopen 35 jaar
als groepsleider/
muziektherapeut. De
Vluchtheuvelkerk
stond voor mij
centraal in die
periode, vooral door
de muziek die het
contactmiddel was en
is naar de jongeren.
Als puber mocht
ik met mijn vrienden
soms heel even op
bezoek komen op de
studenten-
internaten om gitaar
spelend en
popliedjes zingend
de meiden te
vermaken. Dan volgde
strikt om 20.30 uur
nog een korte
bijbellezing en een
psalm en dan moesten
wij daarna
vertrekken, want de
meiden hadden rust,
reinheid en
regelmaat nodig. Als
groepsleider/muziektherapeut
heb ik tal van
kinderen jarenlang
met kerst mogen
laten schitteren in
de Vluchtheuvel bij
de kerstvieringen
van school en OGH.
Ik heb nog een
prachtige opname van
meisje Antoinette
die loepzuiver
'Don't cry for me
Argentina' zong,
Kippevel...
Popmuziekteksten
passen prima bij
kerst.
Ik heb met Hanno
Niemeyer de blues
gezongen in de kerk
en iedereen kent de
momenten dat
getalenteerde
jongeren hun stem
lieten horen bij
onze Paas en/of
kerstvieringen. Het
kan dus niet zo zijn
dat de kerk straks
als een verlicht,
betekenisloos, leeg
icoon van Heldring
op die heuvel staat;
dat is nooit zijn
bedoeling geweest
met die kerk.
De Vluchtheuvel
is van de mensen,
gebouwd uit giften
van mensen. Laten we
dus proberen dat
prachtige gebouw te
behouden voor de
mensen.
Frits Sipman April 2017
Mijn
Vluchtheuvel…..
Ruud Schotman
Toen
ik in 2013, na het
overlijden van een
van mijn broers, bij
‘’toeval’’
de Vluchtheuvel weer
eens bezocht had ik
heimwee naar “de
gemeenschap der
heiligen”. Door
mij zo te uiten was
ik prompt weer
deelgenoot van de
Vluchtheuvel. … Ik had nog een beeld van de vluchtheuvel als een
plaats waar ruimte
was voor het
uitwisselen van
opvattingen, een
plaats om
gezamenlijk
erediensten te
vieren,
spiritualiteit te
beleven, oecumene te
ervaren. Een plaats
waar gezocht werd
naar nieuwe vormen, naar
wat de gemeenteleden
bindt en wat scheidt
werd met de mantel
der liefde bedekt.
Dat was in het begin
van de 70-er jaren
toen er naarstig
gezocht werd naar
nieuwe idealen,
waarden en zingeving
in een sterk
veranderende
maatschappij. Met
een jong
startersgezin waren
we in Randwijk komen
wonen, omdat ik zo
nodig een oude
steenfabriek in
Heteren moest
renoveren. Ook wij
waren zoekende en
vonden andere
zoekers in de
Vluchtheuvel. Van
huis uit vrij
protestants, jong,
ambitieus en
idealistisch was
hier een plaats voor
inspiratie, om tot
nieuwe actie te
komen. Om je
dienstbaar te maken
voor de maatschappij
nabij en veraf.
Gelijkheid van
man/vrouw van
arm/rijk.
Ontwikkelingswerk
was populair. Nieuwe
idealen. De
Vluchtheuvelgemeente
bestond uit veel
jongvolwassenen,
kinderen van de
wederopbouw. Alles
leek mogelijk,
grenzeloos,
vastgeroeste vormen
van kerkdienst
werden verlaten.
Liederen van Huub
Oosterhuis en uit
Taizé. Niks
moeilijk doen, geen
dwang van oude
kerkvormen of
tradities,
creativiteit; komt
allen aan het
avondmaal, jong, oud
lid of niet. Mijn toenmalige echtgenote kon op een aangepaste manier
openbaar belijdenis
doen van haar geloof
en onze dochter werd
vrolijk gedoopt. De
Vluchtheuvel was
onderscheidend van
al die traditionele
regionale kerken.
Uit die kerken
kwamen de
vluchtelingen naar
de Heuvel … Er leek ook nog een grote tolerantie voor afwijkende
opvattingen, andere
geloofsovertuigingen,
andere vormen van de
beleving van geloof
en spiritualiteit.
Kortom ik bezocht
met enige regelmaat,
als alleenstaande
vader van vier
kinderen en opa van
6 kleinkinderen, de
Vluchtheuvel. En
zoals dat dan gaat
nam ik deel aan
commissie
activiteiten zoals
‘vorming en
toerusting’ en
‘toekomstverkenning’
en voordat ik het in
de gaten had was ik
kerkenraadslid. Ook
ik ben intussen een
oude knar (72)
geworden. Jong
genoeg om nog vrij
te kunnen
reflecteren over de
zin van het leven en
de Vluchtheuvel en
zo. Onze Heuvel is heel behoorlijk georganiseerd, geïnstitutionaliseerd,
zo zijn we, zo doen
we, zo moet het
blijven, zo is het
Heuvels.
Veranderingen,
vernieuwingen liever
niet, dank je wel.
Er zijn toch
jongeren
diensten/meespeelvieringen,
lezingen,
erediensten met
verschillende
signatuur,
avondmaaldiensten
met verschillende
accenten. Het is
mooi zo! Toch hoor ik stemmetjes in mij die ik in deze vrije
rubriek met u wil
delen: De
Vluchtheuvel was een
vernieuwende kerk in
de 70-er jaren. Wat
andere kerken een
gruwel was en
verboden dat
gebeurde hier. Maar,
veel omringende
kerken zijn ook in
beweging gekomen en
zijn de vrije
vormen, zoals des
Heuvels, ook gaan
gebruiken. Relatief
zijn de verschillen
kleiner geworden (in
de activiteiten van
V&T wordt dat
ook zichtbaar). Het
bijzondere van de
Vluchtheuvel is niet
zo bijzonder meer.
De eens ontwikkelde
vormen lijken
gefixeerd en tot
Heuvelnorm gemaakt.
Zoals in alle kerken
kennen we
vergrijzing. Daar
passen of horen ook
vertrouwde en vaste
kerkvormen bij en
die hebben we. We
hebben ook een
teruglopend
kerkbezoek. En daar
nu gaat het volgens
mijn stemmetjes in
de toekomst wringen. Anders dan in de 70-er jaren gaat het niet meer om
aanpassingen van de
‘oude en
vertrouwde’ kerk,
maar om geheel
nieuwe vormen voor
de toekomst te
zoeken.
Aantrekkelijk te
worden voor
jongeren,
jongvolwassenen,
midlife mensen,
ouderen van alle
gezindten en
buitenkerkelijken is
gewenst. Met een
actieve kerngroep
daaraan werken is
een voorwaarde. Er moet een gerucht door de regio gaan: in de Vluchtheuvel
daar gebeurt het,
iets bijzonders,
daar moet je zijn
voor inspiratie.
Daar kun je
spiritualiteit en
mystiek beleven.
Daar wordt je
geconfronteerd met
zingeving van het
leven, daar steek je
wat van op daar heb
je wat aan. Dat is
leuk om aan mee te
doen daar wordt je
uitgedaagd om je te
ontwikkelen, om je
samen in te zetten
voor anderen. In een
mooie Heldring
traditie! De Vluchtheuvelkerk is niet het gebouw of de financiën. Het zijn wij, de mensen ’de gemeenschap der heiligen’. Het is mijn wens om daar samen met u aan te werken. Tot slot citeer ik uit visie nota van de PKN in
“Pionieren”:
“Experimenten met
nieuwe vormen van
kerk zijn gewenst.
Creativiteit, met
goede smaak
en kwaliteit,
moet een kans
krijgen. Het roer
tijdig omgooien
sluit meer aan bij
het leven volgens de
Geest dan star
doorkoersen... De
Geest is ons steeds
weer te hulp gekomen
en we zien geloof
opbloeien en kerk
ontstaan op de meest
onverwachte momenten
en plaatsen”.
Ruud Schotman Mei 2017 ‘MIJN’
VLUCHTHEUVEL
IS…..’
Mieke van den Brandhof Januari 1980. Stille Zaterdag 2017. Ik zit in de kerk en tijdens de stiltes die er zijn gaat er veel door me
heen. Ik voel: wat
is deze plek me
dierbaar geworden.
Wat een geschiedenis
is hier geschreven.
14 jaar geleden
beleef ik hier voor
de eerste keer de
paascyclus. In
datzelfde jaar ga ik
meezingen met de
cantorij en dat
zorgt ervoor dat ik
in ieder geval elke
laatste zondag van
de maand de
avondmaal dienst
meemaak. De cantorij
zingt tijdens de
christelijke
feestdagen en
tijdens trouw- en
rouwdiensten. We
zingen ook tijdens
de
huwelijksvoltrekking
en -inzegening van
onze oudste zoon en
zijn vrouw, niet in
de Vluchtheuvelkerk,
maar in de
kasteeltuin in
Hemmen. Martin de
Jong leidt de dienst
op een voor ons
onvergetelijke
manier. Na de dienst wordt me gevraagd of ik iets wil schrijven over hoe ik het
beleef Heuvelaar te
zijn. Ik zeg dat ik
eigenlijk te gast
ben, ik woon
tegenover de kerk
van Hemmen, hoor ook
bij die goede plek. En…o ja…. Ik maak al jaren deel uit van de leesgroep die ontstaan is
vanuit de Heuvel, 11
jaar geleden als ik
het goed heb. Boeken
over o.a.
spiritualiteit,
zingeving, filosofie
en psychologie zijn
door onze hoofden,
handen en harten
gegaan. In een
ruimte waar we
onszelf kunnen zijn,
met onze vele
vragen. Ook deze
tweewekelijkse
ontmoetingen zijn me
dierbaar. Mieke van den Brandhof juni 2017 ‘Onze VLUCHTHEUVEL IS…..’ Jan en Leni Knotter
Leni
en ik zijn min of
meer toevallig in
Zetten komen wonen.
Toen ik als
ambtenaar niet meer
op mijn standplaats
hoefde te wonen zijn
we gaan rond kijken
naar een plaats waar
we wel zouden willen
wonen: Malden, Berg
en Dal, Wychen en
zo. Het is Zetten
geworden – er was
een goedbekend
staande middelbare
school voor onze
jongste zoon en we
hadden ook gelezen
en geleerd over
Heldring en de
Vluchtheuvelkerk.
Toen ik, voor de
oorlog, op de Mulo
in Den Haag zat
leerden we over het
Reveil, met Da Costa
en O.G.
Heldring, O.G.H.,
onze God helpt. (het
was een christelijke
mulo). Ook in
Nijmegen vertelde
men ons, dat de
Vluchtheuvel kerk
wel bij ons zou
passen. Dat bleek al
gauw – toen we nog
maar kort in Zetten
woonden kwam er
iemand informeren of
ik wat in de kerk
wilde doen – je
komt er maar bij
zitten en kijk maar
of het je bevalt.
Geen formaliteiten
of zo. Ik weet nog,
dat ik een keer
“dienst “had en
aan de predikant
vroeg of we voor de
dienst niet eerst
het consistoriegebed
zouden moeten doen,
zoals ik in Nijmegen
had meegemaakt. Nee,
hoor, dat soort
dingen doen we hier
niet – ik vond het
wel goed, ik vond
zo’n gebed erg
moeilijk. Dat
informele van de
gemeente beviel ons
goed. Wat Leni en ik
ook heel erg
waarderen is het
durven streven naar
vernieuwing – geen
aparte kinderdienst,
maar een dienst voor
iedereen, kinderen
en volwassenen- de
hartverwarmende
manier, waarop de
dienst in een kring,
hand in hand staand,
wordt beëindigd –
de lezingen als
volwaardige
kerkdienst – maar
in het bijzonder de
manier, waarop het
Heilig Avondmaal
wordt gevierd.
Iedereen mag mee
doen (niks geen
–soms pijnlijk-
censurum morum)- een
liturgie, waarbij
ook de
gemeente wordt
betrokken, de
cantorij zingt
prachtig, je geeft
elkaar brood en wijn
door,
slotgebed
en lofprijzing. En
na elke dienst –
koffie drinken.
(Het
is voor Leni en mij
heel anders dan toen
we jong waren –
nadat we openbare
belijdenis hadden
gedaan, kregen we
formeel toegang tot
het Heilig
Avondmaal: ik
herinner me, dat we
een dienst in de
Grote kerk in Den
Haag meemaakten-
elke keer mocht een
groep gelovigen naar
de tafel, voor in de
kerk –
de
dominee hield een
korte preek, er werd
gezongen, en dan
werd er weer
gewisseld.
Eindeloos, het
duurde maar.
Toen
mocht de bank, waar
Leni en ik in zaten.
Naar de tafel, er
stond een schaal met
een witte doek er
over, daar deed je
tersluiks je offer
voor de armen in,
weer zingen,
ronddeling van brood
en wijn , een preek,
en we mochten weer
naar onze plaats. Ga
je mee weg, zei ik
tegen mijn
verloofde, dit duurt
de hele dag.
Maar later,
bij het
koffiedrinken bij
Leni thuis, kregen
we een stevige
uitbrander van haar
veel oudere broer:
hoe we het in ons
hoofd haalden voor
dat de dienst was
afgelopen, weg te
gaan. Hij had
natuurlijk groot
gelijk. Afgezien van
dit incident vond ik
het erg leuk om na
de dienst bij haar
familie te zijn. Het
was een heel groot
gezin – na het
koffie drinken ging
een van de broers
aan het harmonium
zitten en dan werd
er gezongen – de
dorre vlakte der
woestijnen en zo. En
dan gezamenlijke
maaltijd – aan een
heel lange tafel
zaten we, als
iedereen er was, met
17 mensen te eten,
de ouders aan het
hoofd- einde en dan
in leeftijd afdalend
– Leni en ik als
jongsten helemaal
onder aan. Het waren
andere tijden – na
de maaltijd gingen
de ouders rusten, de
meisjes op ruimen en
afwassen en de
jongens een sigaar
of een pijp roken.
Ik heb sindsdien
heel wat afgeleerd,
zoals roken, en
bijgeleerd over
rolmodellen.)
Na
dit “historische
“uitstapje ga ik
weer verder met de
Vluchtheuvelkerk.
Een paar jaar
geleden werd
in een
speciale dienst het
25 jarig bestaan van
de cantorij gevierd.
Just van Es preekte
over als ik zing
wordt het waar
–(om het in mijn
eigen woorden weer
te geven) : zo
ervaar ik dat ook-
als ik het zing gaat
de woestijn bloeien.
Ik mag
er over
dromen – ook als
ik droom wordt het
waar: dan geloof ik
in de nieuwe hemel
en in de
nieuwe
aarde en ook dat het
beste nog moet
komen, zoals een
lieve vriendin
laatst tegen me zei.
Dan geloof ik in een
gemeenschap van
gelovigen, van
Kesteren tot Gendt,
waar alle kerken in
opgaan – een Heer,
een Geloof, een
Doop. Martin Luther
King zei “I have a
dream”, waarmee
hij velen
enthousiasmeerde.
Dat is niet gelukt,
vind ik. Ook mijn
droom over een
gemeente zal niet
uitkomen. Dromen
zijn bedrog, zei
mijn moeder.
Heeft
de gemeente rond de
Vluchtheuvelkerk nog
een toekomst? Daar
zijn Leni en ik
somber over. Er zijn
de laatste jaren
grote tekorten
gebleken – er
wordt meer
uitgegeven dam er
wordt ontvangen. En
per 1 januari 2018
worden we ook uit de
Vluchtheuvelkerk
verdreven. Tot nu
toe lijkt het niet
mogelijk tot een
groter verband te
kunnen komen –
welke andere
zelfstandige
gemeente zou willen
samen gaan met
zo’n
“eigenzinnige”
kerk met grote
jaarlijkse tekorten
? Het klinkt hard en
het doet ons beiden
verdriet – we
houden van de
gemeente, die veel
voor ons betekent en
betekend heeft.
Jan en Leni Knotter Juli-augustus 2017 ‘MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Rommert van den Bos
Het
verhaal van Mieke
van den Brandhof in
een van de vorige
nummers van het
kerkblad roept bij
mij veel warme en
goede herinneringen
op. Die laten zich
samenvatten onder de
woorden ‘ruimte en
vrijheid’. Dat heb
ik altijd als een
groot goed ervaren.
Het eerste voorbeeld
daarvan was tijdens
een van de eerste
keren dat ik in de
Vluchtheuvel kwam,
dat moet begin jaren
’80 zijn geweest.
Ik herinner me dat
er een onderwerp
werd besproken in
groepjes, rond
tafeltjes met daarop
de gebruikelijke
koffie. Ik weet het
onderwerp niet meer
maar ik heb verbaasd
zitten luisteren
naar twee oudere
dames die het
volstrekt met elkaar
oneens waren en daar
geheel geen moeite
mee hadden; ze
probeerden niet de
ander te overtuigen.
Het was dus geen
twistgesprek,
discussie, zoals mij
wel bekend maar een
echte dialoog,
waarin beiden de
ander volledig
bleven waarderen.Er
was dus geen ruimte
voor enige vorm van
fundamentalisme en
ik heb daar dan ook
jaren mogen groeien
in een besef dat
niet alles voorgoed
is vastgespijkerd.
Dat ik in dat
opzicht ook anders
mocht denken dan
mijn grootvader, die
nog uitging van de
tittel en de jota
waar je niet mee
mocht sollen. Mijn
zus zei weleens
gekscherend dat
volgens Opa de
Bijbel
waarschijnlijk in
het Nederlands was
gedicteerd.
Overigens spreek ik
geen kwaad woord
over Opa, want ik
had de beste die je
je kunt wensen.
Na
enige tijd zijn we
lid geworden van de
Vluchtheuvel, waar
ik ook in de preken
steeds meer gevoel
kreeg voor eigen
verantwoordelijkheid
en ruimte. In die
roerige jaren was de
Vluchtheuvel ook een
toevluchtsoord voor
mensen die de
vredesbeweging een
warm hart
toedroegen,
waaronder wij. Ik
herinner me een
preek van Just van
Es, waarin hij
uitlegde dat de
‘Zondeval’ beter
als een
noodzakelijke stap
in de ontwikkeling
naar een mondiger
mens kan worden
gezien. Daarom werd,
bijna als bij
afspraak, niet over
zonde gesproken, wel
over
verantwoordelijkheid.
Ik begon me in de
jaren 90 bezig te
houden met
emotioneel
lichaamswerk,
bio-energetica; in
die opleiding viel
het me op dat over
veel onderwerpen
precies zo werd
gesproken als in de
Vluchtheuvel, echter
zonder dat dit een
religieuze bedding
had. Toen ik zo
halverwege was met
die opleiding nam ik
deel aan wekelijkse
meditatiebijeenkomsten
in de kerk. Iemand
vroeg me naar wat ik
zoal deed in die
opleiding en ‘of
ik dat hier niet
eens kon laten
zien’. Ik was daar
blij verrast door,
want had altijd
gedacht dat het hier
om twee geheel
gescheiden werelden
ging. En daar in de
kerk heb ik dus voor
het eerst een serie
oefeningen gedaan
met een aantal
deelnemers: alsof ik
een werktuig was om
een hoogst
ongebruikelijke
verbinding te maken.
Later vroeg Martin
de Jong me om een
uitgebreider serie
aan te bieden en dat
gebeurde voor een
grote groep
Vluchtheuvelaars; ik
zal dat nooit
vergeten! Inmiddels
was ik ook begonnen
met zingen in de
cantorij en ook daar
vond ik het zo
bijzonder dat we
niet uitsluitend
‘kerkelijke’
liederen zongen maar
ook met veel plezier
wereldlijke,
liefdes- en
drinkliederen; die
werden dan onder de
koffie na de
avondmaal dienst
uitgevoerd.
De
Vuchtheuvel is voor
mij ook een plaats
geweest van warmte.
Het gebeurde eens,
kort na mijn
scheiding, dat een
vrouwelijke
gastpredikant
vertelde dat ze een
man in het
ziekenhuis had
bezocht; hij was
altijd sterk,
wilskrachtig en had
nooit last van
emoties maar door
zijn omstandigheden
golfden de emoties
door zijn lijf. Ze
gebruikte daarbij de
term ‘emotioneel
incontinent’. Dat
raakte me diep en na
de dienst stond ik
plots wezenloos vóór
in de kerk en mijn
tranen stroomden. Ik
had een onmetelijke
behoefte aan iemand
die mij zou omarmen
en vasthouden; ze
kwam en ik ben
Hannie de Ruiter
daar nog steeds
dankbaar voor. Dat
lichaamswerk leerde
me ook om naar
buiten te brengen
wat in me is; zo
kreeg ik de kans om
een aantal malen
voor te gaan in
diensten, zelfs in
een dienst met
avondmaal. Ik
vertelde bij de
eerste gelegenheid
dat een van mijn
Indiase studenten
elke dag voor hij
het ouderlijk huis
verliet de zegen van
zijn vader ontving
voor die dag. Ik heb
toen voorgesteld dat
wij na de dienst,
hand in hand in de
kring, elkaar de
zegen zouden geven
(alle duimen wijzen
naar links, weet je
nog?). Die preek
ging over de jonge
Samuel, die leerde
dat je goed stil
moet zijn en
luisteren om de stem
van God te horen,
ook dat je je dromen
serieus moet nemen.
En
nu? Ik woon in Rio
de Janeiro met mijn
vrouw Gloria, we
trouwden daar twee
jaar geleden en het
gaat me goed. Ik
zing mee in een koor
dat zij dirigeert;
we repeteren nu
Notre Père
van Maurice Duruflé
en ik help de leden
met de uitspraak van
het Frans, want dat
vinden ze moeilijk.
De partituur kreeg
ik van Jaap en
Chris. Zo ontstaat
weer een nieuwe
verbinding! De
slogan van de PTT
was vroeger ‘Wie
schrijft, die
blijft’. Ik hoop
dat ik door wat ik
hier geschreven heb
aangeef dat jullie
nog steeds in mijn
hart zijn, zoals ik
in dat van jullie
hoop te blijven. Ik schrijf regelmatig blogs over mijn ervaringen en heb vorig jaar een boek gepubliceerd over mijn leven hier (Opa woont in zijn Ipad). Voor vragen, reacties sta ik altijd open, rommert100@gmail.com. Je krijgt zeker antwoord!
Rommert
van de Bos september 2017 ‘Haar VLUCHTHEUVEL IS…..’ Tineke Maats
De
Vluchtheuvelkerk is
altijd een grote
constante geweest in
het leven van Tineke
Maats. Een groot
deel ervan beleefde
zij samen met haar
man Jaap. Enige
jaren geleden
overleed hij op
89 jarige
leeftijd, maar nog
steeds is Tineke een
trouw kerkganger en
is ze zeer betrokken
bij het wel en wee
van de leden, met
name met dat van de
ouderen. Hoe het
allemaal zo gekomen
is en wat de
Vluchtheuvel voor
haar betekent, vroeg
ik haar. Dat wilde ze liever niet zelf opschrijven, maar ze wilde er wel over vertellen. Nou, dan begin je ergens aan: Tinekes geheugen werkt nog op volle toeren en ze heeft prachtige verhalen vanaf het einde van de jaren 40. De Cristine Hermineschool, De Stichtingen, de Tehuizen, alle Vluchtheuveldominees, het komt allemaal langs en het is allemaal boeiend om te horen.
Tineke
groeide op in
Rotterdam. Ze
doorliep daar de
H.B.S. en wilde
daarna gaan studeren
in Wageningen of de
tuinbouwopleiding in
Rijswijk. Toen ze
hoorde van de
Landbouwhuishoudschool
in Zetten (op
Christelijke
grondslag) , De
voormalige Christine
Hermineschool, koos
ze daarvoor. Maar
het was 1940 en haar
ouders hielden haar
graag nog wat in de
buurt. Daarom deed
ze eerst de
vooropleiding in
Rotterdam. Daarna
kwam pas de
eigenlijke
opleiding: lerares
NXIX, daarvoor kwam
ze naar Zetten.
Maar
eerst doorliep ze
nog 4 verschillende
stages door het hele
land, om het
platteland beter te
leren kennen. Tineke
kwam in Zetten in
het internaat, in
“DE Til”, dat
enige jaren geleden
is afgebrand.
Tijdens haar
eindexamens in 1944,
die zij aflegde o.a.
in Posterholt, (vlak
bij de Duitse grens)
moest ze ’s nachts
schuilen in het
klooster daar, omdat
Aken gebombardeerd
werd. De laatste
oorlogswinter bracht
ze thuis door,
werkte kort in
Sliedrecht en in
januari 1946 kwam
Zetten weer in
beeld. Er was gebrek
aan alles en vooral
aan leerkrachten
voor de opleiding,
dus Tineke kon zo
beginnen. De
leraressen scheelden
niet veel in
leeftijd met de
leerlingen, mar dat
leidde nooit tot
moeilijkheden. Tot
1961 heeft zij er
met veel plezier
lesgegeven. Intussen
was ze in 1958
getrouwd met Jaap,
die in Leiden had
gestudeerd en daarna
solliciteerde
bij de
gemeente Valburg.
Hij ging
werken op het
gemeentehuis in
Herveld. Ze gingen
wonen in de
Bethelstraat. Waar komt die Vluchtheuvel nou in beeld? Tineke was al lang meelevend kerklid, het was een vanzelfsprekend keuze, vanuit het CHS en Stichtingenmilieu. Jaap was niet echt kerkelijk opgegroeid, maar had wel catechisatie gevolgd in Leiden en later belijdenis gedaan. Aanvanklijk kerkten ze in Hemmen, ds. Schaefer trouwde hen in de Vluchtheuvel. Ze besloten daar te blijven. De vrijheid die ze er beleefden, stond hen aan. Het was een veelkleurige kerk, een volle kerk ook, met kinderen van de Stichting (verplichte kerkgang), van de scholen, leerkrachten, groepsleiding. Er was ruimte voor iedereen, Zetten was met de Vluchtheuvelkerk eigenlijk een soort enclave in de Betuwe. De diversiteit die mogelijk is en was, vindt hier mede zijn oorsprong Aanvankelijk was er helemaal geen kerkeraad, Tineke was diaken en dat moest je heel breed opvatten.
Dochter
Isabeth werd
geboren, waarna ze
in 1961 stopte met
lesgeven. Maar er
was nog genoeg te
doen: ze werd
voorzitster van de
padvindsters, gaf
bijles. Later was ze
betrokken
bij de
oprichting van De
Loohof, die ontstond
door samenwerking
van de diaconieen van
meerdere kerken van
de gemeente Valburg,
De
Heldringstichtingen,
het Groene Kruis.
Naast zijn werk op
het gemeentehuis,
was Jaap ook
ambtenaar van
de Burgerlijke
Stand, een leuke
baan die hij met
veel plezier deed.
Ook hij was
maatschappelijk
actief , hij was
medeoprichter van de
toenmalige
“Ambachtsschool”in
Andelst, (jaren 50).
Ook was hij
mede-oprichter van
de Openbare
Bibliotheek in
Zetten en was enige
jaren actief in de
Padvinderij.
Vanaf
haar diakenschap was
Tineke al lid van de
Pastoraatsgroep en
draait daarin nog
steeds mee. Ze heeft
altijd nieuwkomers
in de gemeente
bezocht en vooral in
vacaturetijden voor
een Predikant was
dat heel belangrijk:
“je moet contact
houden met de
mensen”. Met Kerst
stuurt ze namens de
Heuvel nog kaarten
o.a. naar
oud-medewerkers,
oud-predikanten,
oud-directeuren, of
mensen die als kind
met de Heuvel
opgroeiden en elders
wonen. Als er een
groet terug komt,
horen we dat bij de
“mededelingen”.
Verder is ze een
trouwe deelneemster
aan de
Seniorenochtenden.
De
toekomst van de
Vluchtheuvelgemeente
voelt voor Tineke
heel onwerkelijk.Ik
wens haar toe dat ze
nog vele jaren
tesamen met haar
vertrouwde
Heuvelaars de warmte
van die
gemeenschap mag
ervaren, met of
zonder gebouw, met
of zonder dominee.
Oktober 2017 ‘HUN VLUCHTHEUVEL IS…..’
Drini
en Arie Griffioen
Ze
behoorde kerkelijk
tot Herveld (midden
orthodox), maar af
en toe preekte de
dominee van de
vluchtheuvel
(ethisch) in
Herveld. Wel
herinnert ze zich de
kinderkerk van de
vluchtheuvel die
elke 3 weken plaats
vond in de gymzaal.
Zij ging naar een
goede basisschool de
Lammerts van Buren
school (LvB) in
Zetten. Het hoofd
van de school was
meneer van der
Putten, hij had 4
dochters die alle 4
lerares waren. Ze
weet zich nog goed
te herinneren dat
het kerstfeest
gevierd werd in de
Vluchtheuvel. Een
andere bijzondere
herinnering uit die
tijd was
de bruiloft van haar
lerares een dochter
van het hoofd van de
school die plaats
vond in het
Vluchtheuvel. Dat
was een feest! Vanaf
de LvB was de stap
naar de 3-jarige HBS
die er in Zetten ook
dankzij de
Stichtingen
gevestigd was, niet
groot. De meeste
leerlingen van de
LvB gingen naar de
HBS. Dat was tijdens
de tweede
wereldoorlog. Het
derde jaar kon ze
niet afmaken vanwege
de inval van de
geallieerden, ze
evacueerde naar
Tilburg. Na de
oorlog maakte ze de
HBS af in Nijmegen en
ging studeren voor
analiste (en niet
voor lerares zoals
haar ouders graag
zouden zien).
Voordat ze
afgestudeerd was
kreeg ze al een baan
bij de Kema in
Arnhem. Daar
ontmoette ze Arie,
die geboeid door de
scheikunde ook
analist was
geworden. In 1956
trouwden ze en
verhuisden richting
Eindhoven want Arie
kreeg een baan bij
Philips. In Geldrop
gingen ze wonen en
kregen daar drie
zoons en inmiddels
zijn er 8
kleinkinderen.
Toen
Arie 60 werd ging
hij met pensioen en
zochten ze een huis
buiten de Philips
sfeer en kwamen min
of meer toevallig in
Zetten terecht, in
de Sadatstraat omdat
broer Anton (ook een
trouwe
vluchtheuvelaar! )
zei dat ze daar
leuke huizen aan het
bouwen waren,
inmiddels alweer 30
jaar geleden. De
gang naar de
Vluchtheuvel was
vanzelfsprekend.
Drini en Arie zijn
trouwe heuvelgangers
en ook als gastgezin
voor
groothuisbezoeken
waren zij altijd
bereidwillig. Sinds
kort wonen ze
kleiner op De Loohof
waar ze het goed
naar hun zin hebben.
Met warme gevoelens
kijken ze nog graag
terug hoe het
vroeger was. Drini
in Andelst aan de
ene kant van de Rijn
Arie in Arnhem aan
de andere kant. Arie
die in dienst moest
na zijn studie en 3
jaar bij de
hospikken in Indië
diende. Waar gaat
het naar toe met de
Vluchtheuvel? Er is
veel veranderd en je
kunt je kwaad maken
om de houding van De
Stichtingen maar er
zijn ook oplossingen
te bedenken.
Samen met de
gereformeerden zou
goed kunnen. Arie en
Drini waren dat in
Geldrop al vele
jaren gewend en
vonden het vreemd
dat dat in Zetten
niet het geval was.
November 2017 ‘Haar VLUCHTHEUVEL IS…..’ Lida van de Voorde Lida was van 1988 tot 1999 directeur van de Heldring Stichtingen. In die tijd waren de predikanten van de Vluchtheuvelkerk ook in dienst van de Heldring Stichtingen. De dominees Just, Hanno en Martin waren voor haar sparring partners aangaande ethische zaken. Sinds 1988 was Lida een trouwe bezoekster van de Vluchtheuvelkerk en voor haar betekende dat zondags “bijtanken”. In 1997 moest ze op een zaterdag het lichaam van haar overleden zoon identificeren. En op zondag is zij gewoon naar de Vluchtheuvelkerk gegaan. De teksten van die dienst dreunen nu nog door: “En zij zullen geen kinderen grootbrengen voor een voortijdige dood”. “Hoe vreselijk het lot ook is niemand hoeft onaanraakbaar te worden”. Toen ze bij de mededeling vertelde van het overlijden van haar oudste zoon werden zij en Ben en Chris omringd en “gedragen” door de heuvelaars.
Die
ervaring is de basis
geworden van een
blijvend en warm
vertrouwen in de
Vluchtheuvelgemeente.
Op de
vluchtheuvelaars
kun je altijd een
beroep doen! Lida
was actief in de
kerk bij de
voorbereiding van
Paasdiensten en
sinds 2000 in het
pastoraat van de
Vluchtheuvelgemeente.
Ze
ziet dat ook als een
teruggeven van wat
ontvangen is. In
2006 werd ze
bevestigd als
kerkenraadslid en is
dat tot op heden
gebleven. De laatste
jaren als interim
preses.
Ze zal begin
2018 na 12 jaar
aftreden.
Al
die tijd is ze ook
in werkgroepen en
commissies actief
geweest: Enkele
jaren in Vorming en
Toerusting en in de
werkgroep de
Vluchtheuvel
samen-op-weg met de
Rank.
Ook
verzorgt ze, samen
met Hanny,
om de 6 weken
de thuisvieringen.
En
ze is actief in de
leesclub, met
bespreking van
levensbeschouwelijke
boeken, iedere 14
dagen. Lida
ziet geen grote
veranderingen in de
Vluchtheuvelgemeente
de afgelopen 12 jaar.
De verschillende
dominees hebben elk
met een eigen stijl
de Vluchtheuvel
geleid. Nu
kent de gemeente
veel groepen en
activiteiten buiten
de zondagse
eredienst. Het
kerkbezoek op
zondagen loopt ook
bij de Vluchtheuvel
terug terwijl die
andere activiteiten
onverminderd
doorgaan. Ook
hierdoor worden
groepjes gevormd die
mogelijk minder
toegankelijk lijken
voor nieuwelingen.
Toch zijn nieuwe
leden altijd van
harte welkom.
Voor
de toekomst mag voor
Lida alles blijven
zoals het nu is. Nu
de Vluchtheuvel een
dominee-loos
tijdperk in gaat
vraagt ze zich wel
af wie en wat
de bindende factor
zal zijn of worden. Lida
heeft er alle
vertrouwen in dat de
Vluchtheuvel een
eigen weg naar de
toekomst zal vinden,
hoe die er ook uit
mag zien.
Geïnterviewd door Ruud
Schotman December 2017
“Haar
Vluchtheuvel
is...”
Anna
Marie Bakker Anna Marie Bakker is al heel lang Heuvelaar. Ze kwam in 1957 als Gereformeerd meisje naar Zetten, vanuit Den Haag. Daar was ze aan het begin van de oorlog geboren.Haar vader was daar leraar wis- en natuurkunde aan een grote middelbare school. Toen zij later de HBS volgde, was hij inmiddels rector, maar dat vond ze niet echt fijn, bij vader op school. Ze hield het na drie jaar voor gezien. Haar moeder was een boerendochter uit NW-Brabant en dat was vooral in de laatste oorlogsjaren een geweldig voordeel als je in Den Haag woonde. In Zetten ging ze naar de leraressenopleiding van de Landbouwhuishoudschool en volgde ze de N-XIX opleiding, de huishoudelijke vakken, maar wel met het oog op de agrarische sector.Uiteraard bracht dat met zich mee dat ze op het internaat kwam, toen gevestigd in het Christine Hermine Huis aan de Steenbeekstraat. Het was vanzelfsprekend dat de meisjes ’s zondags de dienst volgden in de Vluchtheuvel. ’s Avonds ging ze dan nog vaak naar een dienst in de Gereformeerde Kerk, zo was ze het als gereformeerd meisje van huis uit gewend.
Ze
was inmiddels
bevriend met Jan
Willem, student
Cultuurtechniek en
Waterhuishouding in
Wageningen. Hij was
lid van de
studentenvereniging
SSR. Een ouderejaars
student maakte je
wegwijs en gaf steun
waar nodig. Voor hem
was dat Henk
Beukema, die was
zijn “Pa”, zoals
dat genoemd werd.
Het is een
vriendschap voor
altijd gebleven. Ze
trouwden en woonden
een periode in
Rijswijk. Beiden
hadden daar hun
werk.
Toch
wilden ze toch deze
kant op. Ze konden
tijdelijk in
Wageningen wonen en
van daaruit besloten
ze een stuk grond
aan de
Wageningsestraat te
kopen en daar te
gaan bouwen. Daar
gingen ze in 1965
wonen, samen met
zoon Johan, die toen
1 jaar oud was.
Jan Willem
werkte inmiddels in
het Staringgebouw,
het instituut voor
Cultuurtechniek en
waterhuishouding van
de Wageningse
Universiteit. Voor
de FAO was hij o.m.
werkzaam in
Tunesië, en
verschillende
Oost-Europese
landen. Anna Marie
zocht hem op in
Tunesië, later
lukte dat niet meer,
want het
gezin was inmiddels
uitgebreid met
dochter Carolien en
zoon Wridzer. (wist
u dat dat een
oud-Nederlandse naam
is, terug te vinden
in het boek over de
4 Heemskinderen?).
In die tijd deden ze
vele internationale
contacten op, aan de
Wageningse straat
was het dan ook vaak
heel druk.
Omdat
ook Jan Willem
gereformeerd was,
werden beiden lid
van de gereformeerde
kerk. Ze waren daar
zeer actief in het
jeugdwerk, zijn ook
jeugdouderling
geweest. Toch zijn
ze op zeker moment
overgestapt naar de
Vluchtheuvel, voor
Anna Marie was het
thuiskomen: “je mag er zijn zoals
je bent”.
Anna
Marie werkte niet
meer, maar had het
erg druk: haar eigen
kinderen,
ze adopteerden een
dochter uit Korea en
hadden
pleegkinderen.
Daarnaast maakte hun
sociaal-maatschappelijke
betrokkenheid dat er
altijd wel iemand op
hun pad kwam die
hulp of steun nodig
had.Haar mobiliteit
was al jaren een
probleem, pijnlijke
gewrichten,
operaties aan
heupen, knieën,
maakten dat ze
met stokken moest
lopen. Het
verhinderde haar
niet een actief lid
te zijn van de KNNV,
een
cultuurhistorische
vereniging en van de
vereniging voor
veldbiologie.
Moeilijk lopen of
niet, ze trok mee
erop uit om te
tellen en te
inventariseren in de
natuur. Nog steeds
volgt Anna Marie de
maandelijkse
lezingen in
Wageningen. Plant en dier zijn haar grote liefde. Dat gaat zelfs zo ver dat ze de boerenzwaluwen die in een slaapkamer boven nestelen, geen strobreed in de wel legt. In de buurt was vroeger een huis waar zich elk voorjaar vele boerenzwaluwen vestigden om nesten te bouwen. Toen het gesloopt werd om plaats te maken voor nieuwbouw, zagen de zwaluwen hun kans schoon om door een openstaand raam bij de familie Bakker te nestelen. De balken boden een ideaal houvast voor de nesten die opgebouwd worden uit modder. Zo nodig werd er een extra plankje getimmerd waarop gebouwd kon worden. Ja, dat geeft een enorme bende, maar wat was het leuk!! Dit jaar waren ze er weer, na een paar jaar van afwezigheid.
Tot
haar grote verdriet
overlijdt Jan Willem
op 57 jarige
leeftijd, tijdens
een vakantie op
Texel.
Het ontroert
haar nog altijd
enorm als ze over
hem praat: een fijn
oprecht mens, die ze
veel te vroeg moest
missen. Hij ligt op
het Heuvelterrein
begraven. Gelukkig
heeft ze vele goede
herinneringen. Naar
de kerk gaan is niet
eenvoudig, haar
mobiliteit is steeds
verder achteruit
gegaan. Ook is het
een hele kunst om op
tijd gereed te zijn
om de wandeling naar
de Heuvel te maken
op zondagmorgen.
Onlangs kreeg ze een
nieuwe knie en dat
maakt dat ze er
achter de rollator
weer op uit gaat om
te oefenen. Ook
bezoekt ze trouw de
seniorenochtenden: “een
fijn intelligent
stel mensen”,
aldus
Anna Marie.
Januari-februari 2018 ‘Haar VLUCHTHEUVEL IS…..’
Betsie
Uilenreef
Op
de dag in dit nieuwe
jaar, dat er weer
eens Code Oranje is
voorspeld, bel ik
aan bij Betsie
Uilenreef, om haar
te spreken voor deze
rubriek. Deze dagen
denkt ze vooral
terug aan Herman,
haar man die nu een
jaar geleden
overleed. Ze mist
hem nog altijd,
bijna 65 jaar samen,
allebei nog helder
van geest. Ze konden
samen nog zoveel
bespreken, over de
kinderen, de
kleinkinderen, de
achterkleinkinderen
en over het geloof.
Herman
en Betsie kennen
elkaar uit Twente,
beiden groeiden op
in Hengelo. Na de
huishoudschool, die
je als meisje maar
beter gehad kon
hebben, leerde ze
door voor coupeuse.
Van die opleiding
heeft ze altijd veel
plezier gehad. Ze
werkte in opdracht,
maar vooral ook voor
de kinderen. Herman
studeerde tropische
landbouw aan de
Hogeschool in
Deventer. Daarna
ging hij 3 jaar naar
het toenmalige Indië,
was daar werkzaam in
het bosbeheer. Even
tussendoor naar huis
om Betsie eens te
zien was er niet bij
in die tijd, ze
schreven elkaar
trouw brieven. Het
was de bedoeling dat
Betsie er ook heen
zou gaan, wellicht
was ze dan eerst
“met de handschoen
getrouwd”, want zo
ging dat in die
dagen. Maar het liep
anders, de politieke
situatie was zodanig
dat het werk stopte
en Herman naar
Nederland kwam in
1951. Een jaar later
trouwden ze. Ze
woonden korte tijd
in Wageningen, waar
Herman ging werken
bij de
Plantenziektekundige
dienst, in de
buitendienst. Daarna
woonden ze nog in
Vught , later in Den
Bosch om tenslotte
48 jaar geleden in
Zetten neer te
strijken.
Je bent allebei
meelevend Hervormd
kerklid en dan kom
je in Zetten wonen.
Waar sluit je je bij
aan? Er waren
kennissen die
zeiden: “niet naar
die Vluchtheuvel
gaan, dat is niks
voor jullie”. In
die dagen was ds.
Wijntje daar
predikant. Ze
begonnen daarom maar
met de Dorpskerk.
Heel snel werd
duidelijk dat die
niet bij hen paste.
Ze “probeerden”
de Gereformeerde
Kerk, maar sloten
zich al gauw toch
aan bij de
Vluchtheuvel. Inmiddels waren er vier kinderen: Tineke, Anton, Jan Willem en Liesbeth. Anton en zijn vrouw en kinderen hebben nog jarenlang deel uitgemaakt van de Vluchtheuvelgemeente, voordat ze naar Aalten verhuisden. Herman en Betsie kregen zeven kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen. Ze vindt het heerlijk als ze op bezoek komen. Ook wel handig als ze “vast zit” met de moeilijke puzzel die op tafel ligt, een puzzel waarop Betsie met het jongste achterkleinkind staat afgebeeld. Heel mooi, maar moeilijk! Ondanks haar 90 jaren woont Betsie nog steeds zelfstandig, met wat ondersteuning. Dankzij haar scootmobiel kan ze er ook even uit. Zo kan ze nog haar vriendin Jo Nielen bezoeken in het Witte Huis. Ze bezocht vaak de seniorenochtenden en ook de huiskamervieringen betekenen veel voor haar. En met Kerst was ze zelfs in de Heuvel!
Mooie
woorden van Betsie
tot slot: De sfeer
en de eenheid
(ondanks de
veelkleurigheid) in
de Vluchtheuvelkerk
is geweldig, men
ziet naar elkaar om!
Opgetekend
door Atie Huygen
Maart-april 2018 ‘ HAAR VLUCHTHEUVEL IS…..’ Hans Hille Ris Lambers
Hans
Hille Ris Lambers
kan het slecht
verdragen als iemand
verzucht dat hij
“zo’n honger
heeft”. Erfenis
van de twee jaren
die ze als kind
doorbracht in een
Jappenkamp op het
eiland Java. Zij zat
daar samen met
moeder, twee zusjes
en haar kleine
broertje. Vader zat
in een mannenkamp op
West-Java. Wonder
boven wonder en met
behulp van het Rode
Kruis,vonden ze
elkaar na de oorlog
weer terug.
Na
haar middelbare
schooltijd, deels in
Nederland, deels in
Indonesië, volgde
ze in Amsterdam de
Kunstnijverheidsschool,
de latere
Rietveldacademie en
deed eindexamen beeldhouwen.
Omdat daar geen
droog brood mee te
verdienen viel, ging
ze werken bij
een biologe in
Wageningen als
botanisch analiste.
Voorwaarde was dat
ze de opleiding ging
volgen en dat deed
ze. Toen deze baan
stopte, trok ze naar
Zwitserland, naar de
Walensee, om als
verpleeghulp te
werken in een
sanatorium. Het
beviel zo goed, dat
ze besloot haar
diploma
verpleegkunde te
behalen. Na de
opleiding in
Zutphen, ging ze
weer terug naar het
sanatorium in
Zwitserland.
In
1975 keerde ze
voorgoed naar
Nederland terug.
Zwitserland is nog
altijd een favoriete
vakantiebestemming.
In Zetten kwam ze
geregeld, omdat daar
haar zus Anne Marie
woonde, getrouwd met
Ludo de Beaufort.
Toen Ludo na de
scheiding alleen
kwam te staan met de
kinderen, verzorgde
Hans zes jaar lang
het huishouden.
Daarna werkte ze nog
13 jaar in de
nachtdienst in
Liefkenshoek, het
bejaardenhuis in
Heteren.
Ze
was inmiddels in de
vijftig, had een
eigen huis en leerde
Herman kennen, een
geboren en getogen
Bosschenaar. Toen ze
besloten met
elkaar verder te
gaan, was het
eigenijk
vanzelfsprekend dat
Herman bij haar
introk in het huis
aan de
Marshallstraat, waar
ze nog steeds woont.
De trouwambtenaar
bij hun burgerlijk
huwelijk was Jaap
Maats. Hans, die
eigenlijk Johanna
Wilhelmina Antonia
heet, was niet
kerkelijk
opgegroeid. Maar in
Zettten trok ze naar
de Vluchtheuvel,
door het gezin van
Ludo. Herman was
Rooms Katholiek,
maar voelde zich
thuis op de Heuvel.
Lida vroeg Hans om
steun in het
pastoraatswerk,
waarbij ze nog
steeds is betrokken.
Toen kwam de
Cantorij, opgericht
door Just van Es en
Barbara, de dochter
van Ludo, ruim 25
jaar geleden. Hans
zong er jaren, was
een poosje weg en
zong in die tijd bij
Toonkunst
Wageningen.
Inmiddels is ze weer
terug bij de
Cantorij.
Enkele
jaren geleden werd
Herman ziek en in
november 2013 is hij
overleden, 82 jaar
oud. In die tijd
ervoeren zij heel
veel steun van
Mariska. Het
betekende veel voor
Herman dat Mariska
hem de ziekenzalving
gaf, zoals men dat
in de kerk waarin
Herman is
opgegroeid, gewoon
is. “Ik heb nooit
een funktie in de
kerk gehad”, zegt
Hans. Maar ik wil
daar graag bij
opmerken dat zij een
stille kracht was en
is. Altijd bereid om
iemand te
ondersteunen, met
goede raad en
praktische hulp.En
de toekomst van ons
Heuvelaars? Zolang
we kunnen gaan we
door, we zien het
wel.
Opgetekend
door Atie Huygen
Mei-juni 2018 ‘HUN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Wanda en Chris Maan
Wanda
en Chris Maan hebben
er 30 jaar Zetten en
30 jaar Vluchtheuvel
op zitten, als zij
ons straks gaan
verlaten. Ze hebben
het huis aan de
Sadatstraat, waar ze
vanaf nieuwbouw
gewoond hebben,
verkocht en laten op
een bouwkavel in
Huissen een
“levensloopbestendige”
en energieneutrale
woning bouwen. Per 1
augustus gaan zij
dus ook ons
Heuvelaars verlaten
en dat is even
slikken!
Chris
en Wanda kennen
elkaar al vanaf de
middelbare
schooltijd in
Arnhem. Chris volgde
daar het gymnasium
aan het Chr. Lyceum
en Wanda de Chr. MMS
aan de
Zypendaalseweg. Op
een gezamenlijk
schoolfeest was het
raak. Zetten was
trouwens niet
onbekend bij Chris
want bij hem in de
klas zat Bart
Peerbolte, zoon van
de toenmalige
juwelier en
klokkenmaker aan de
Hoofdstraat.
Chris ging
vervolgens
plantenziektenkunde
studeren in
Wageningen aan wat
toen nog de
Landbouwhogeschool
heette en Wanda deed
de Kleuterkweek in
Arnhem. Na Chris`
praktijkperiode in
Brazilie en Wanda`s
examen gingen ze
samenwonen en
trouwen in
Wageningen. De
inspirerende
studentenpastor Bob
van der Steen
zegende hun huwelijk
in. Dat gebeurde
tijdens een gewone
zondagsdienst in de
Grote Kerk in
Wageningen. Wanda
bleef werken als
kleuterjuf, want
Chris moest nog
afstuderen. Hij
wilde zich zo breed
mogelijk oriënteren
en behaalde er nog
een
onderwijsbevoegdheid
bij. Tijdens die
opleiding ontmoette
hij biologieleraar
en didacticus Ludo
de Beaufort bij wie
hij ook stage liep
aan het toenmalige
Heldring College.
Die brede opleiding
wilde Chris vooral
ook met het oog op
uitzending naar het
buitenland. Via
D.O.G. (Dienst over
Grenzen) ging hij
werken in het
landbouwonderwijs in
Zambia. Wanda en
dochter Esther
gingen mee, het
werden fijne en heel
bijzondere jaren die
een blijvend stempel
zouden drukken op de
rest van hun leven.
Zoon Caspar werd er
geboren bij het
licht van een
petroleumlamp, wel
in het ziekenhuis,
met een Nederlandse
arts. Hij werd daar
gedoopt door een
Schotse predikant
van United Church of
Zambia.
Weer
terug in Nederland
vestigden ze zich in
Rijsenhout
(Haarlemmermeer)
waar Chris 9 jaar
les gaf aan de
middelbare land-en
tuinbouwschool in
Aalsmeer en
Hoofddorp. In die
periode werd dochter
Elisabeth geboren.
Tenslotte verhuisden
ze naar Zetten,
omdat Chris bij de
Plantenziektekundige
Dienst in Wageningen
ging werken. Wanda
kwam uit een
“gematigd
Gereformeerd
gezin” en Chris
uit een niet te
streng
midden-orthodox
Hervormd gezin.
Tijdens een eerste
kennismaking met de
Vluchtheuvel voelde
het gelijk goed en
zo is het al die
tijd gebleven.
Ruimte en vrijheid,
geen dogma’s en
… ze kwamen er
oude bekenden tegen:
Ludo, maar ook
oud-studiegenoot
Jaap van Tuyl. Vanaf
het eerste uur zong
Chris bij de
Cantorij. Ook is hij
“voorzanger”
voor het Kyrië
tijdens de
voorbeden. In 1987
kwam hij in de
Kerkeraad, waar hij
de penningen
beheerde. Dat doet
hij, na een lange
onderbreking, nu
weer maar hij zoekt
inmiddels wel een
opvolger. Wanda was
lange tijd koster,
eerst alleen, later
met Arie Griffioen.
Vier dominees
maakten ze mee,
ieder met hun eigen
stijl en
kwaliteiten. De
kinderen zwermden
uit, gingen een
vervolgopleiding
doen en ontmoetten
levenspartners. Van
oud naar jong wonen
ze nu resp. in
Heerenveen, Duiven
en Huissen. Wanda en
Chris hebben 3
kleinzonen en een
kleindochter mogen
verwelkomen. Tijdens
Chris’ laatste
baan bij de
biologische
controle-instantie
kwam hij in
aanraking met de
wijnbouw. Dat vond
hij zo boeiend en
uitdagend dat hij
ruim voor zijn
pensionering in 2002
besloot iets minder
te gaan werken en
samen met Teun Geluk
begon met .....een
wijngaard in
Dodewaard, de
S-akker.
Een
lezing geven in de
Heuvel betekende dan
ook altijd: een mooi
flesje wijn mee naar
huis van wijngaard
de S-akker. De
avondmaalswijn kwam
jarenlang van “de
Blauwe Steen”.
Toen deze winkel
sloot, maakte Chris
speciale
avondmaalswijn: iets
zoeter, iets hoger
alcoholpercentage
dan de klassieke
rode. Hoewel de
wijngaard inmiddels
niet meer bestaat,
is er nog een ruime
voorraad
avondmaalswijn over.
Een mooie
herinnering aan dit
stel mensen dat
zoveel heeft
betekend voor de
Vluchtheuvel!
Het
waren voor hen 30
bijzondere en
plezierige jaren. Ze
zijn zeker van plan
de diensten nog eens
bij te wonen: lekker
op de fiets vanuit
Huissen. Wanda en
Chris, nog veel
fijne, gezonde jaren
toegewenst in
Huissen, met
kinderen en
kleinkinderen en
lieve vrienden om je
heen!
Juli-augustus 2018 ‘HUN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Sara en Dolf Thedinga
Het
aantal Heuvelaars
dat elkaar op
zondagmorgen treft
op de Heuvel, is
niet groot. De
meesten kennen
elkaar, elk nieuw
gezicht valt op.
Sinds ruim een jaar
bezoeken Sara en
Dolf Thedinga de
diensten en
inmiddels zijn zij
ook vertrouwde
gezichten geworden.
Tijd om eens nader
kennis te maken.
Sinds
eind februari 2017
wonen ze in de
Steenbeekstraat, in
een fijn huis met
een mooie tuin. De
Betuwe was al zeer
bekend terrein voor
hen: Dolf en Sara
waren kosters van
het mooie kerkje in
Ressen, ze woonden
dertien jaar in de
ruime kosterswoning
naast de kerk.
Daarvoor woonden ze
dertig jaar in
Oosterhout. Zij
volgden Bram
Wildeman en Liesbeth
Hijmans op, die
naast de zondagse
diensten en de vele
trouwerijen ook veel
muziekuitvoeringen
organiseerden. Dolf
groeide op in
Wageningen, aan de
Veerweg. Hij
studeerde Tropische
Landbouw in Deventer
en ging werken in
Zambia als
vrijwilliger in
dienst van de
Nederlandse
overheid. Na een
korte tijd op een
groentenproject
gewerkt te hebben
ging hij werken in
Mufulira op een
proefstation. Maïs,
rijst, aardnoten,
soyabonen en katoen
waren de gewassen
waar hij zich mee
bezig hield. Hij
bleef er vijf jaar
en aan het eind van
die tijd ontmoette
hij Sara. Zij kwam
uit Engeland en was
onderwijzeres aan
een lagere school,
gaf les aan kinderen
van mensen die in
overheidsdienst
werkten. Zambia is
een voormalig Britse
kolonie, het werd
gestimuleerd als men
daar ging werken.
Toen het contract
van Dolf afliep
besloten ze samen
verder te gaan in
het leven. Eerst
werd er getrouwd, in
Engeland. Het werd
daarna Kameroen,
waar ze `voor de
Missie werkten`. Nou
ja, op de
palmolieplantage dan
wel.
Ze
bezochten er de R.K.
kerk, maar de
(Nederlandse)bisschop,
die overigens op
flinke afstand
woonde, verbood hen
om deel te nemen aan
de
eucheristieviering,
we zijn nog in het
begin van de
70-tiger jaren! Hun
zoon Meindert is er
geboren in het
ziekenhuis in
Acha-Tugi dat gerund
werd door de Baseler
zending. De
vrouwelijke arts was
zelf hoogzwanger en
beviel kort daarna.
Toen naar Rwanda om
te werken op een
theeplantage,
inmiddels in dienst
van Euroconsult, een
dochter van Arcadis.
Dochter Renske werd
er geboren. Daarna
volgde nog wat
andere omzwervingen,
maar toen zoon
Meindert toe was aan
de lagere school,
kozen ze ervoor om
in Nederland te
blijven. In Oosterhout ging Dolf werken bij een graszaaizaadhandelaar, Barenbrug, maar hij was belast met de handel in maïszaad. Toen hij na enige tijd als zelfstandig bedrijf verder ging, kwam al vrij snel Zweden in beeld. De Franse leverancier vroeg of hij daar eens wilde gaan kijken en dit leidde tot een jarenlange prettige samenwerking. In 2003 kwam de vacature van kosters van de kerk van Ressen langs en dat bleek goed te combineren. Inmiddels had Sara Zetten al leren kennen: in de jaren ’80 en ’90 gaf ze er Engelse les. Dolf was lid van de Rotary en is lid van de bridgeclub en de Freewheelers hier en kent enige mensen van vluchtelingwerk. Toen ze als kostersechtpaar stopten, was Zetten een logische keuze als woonplaaats. In Oosterhout en Ressen waren ze samen bijna 40 jaar actief in de kerkenraad, afwisselend natuurlijk. Waar kennen we dat van? Oosterhout vormt samen met Ressen en Lent een kerkelijke gemeenschap die samen één dominee hebben en afwisselend in elkaars gebouw kerken. Dat was dus wel even wennen hier in Zetten, vijfduizend inwoners en 4 Protestante kerken!
Opgetekend
door Atie Huygen
September-oktober 2018 ‘MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Louis Tiemensma
Zoals
Obelix een beetje
teveel van het goede
kreeg toen hij als
baby in de pot met
toverdrank terecht
kwam, zo groeide ik
op in een
domineesgezin met
drie broers en twee
zussen, eerst in
Zierikzee, daarna
Vlaardingen. Geruime
tijd volgde ik alles
braaf, inclusief
cathechisatie, van
belijdenis is het
nooit gekomen.
Wegens
studie verhuisd naar
Amsterdam. Daar
meldde zich in de
kortste keren een
ouderling, die
kennis wilde maken.
Maar al snel bleek
dat hij vooral geïnteresseerd
was in een eigen
bijdrage voor de
kerk, terwijl ik
mijn beurs nog niet
gekregen had, maar
al wel een
microscoop, een
snijdoos en een
witte jas moest
aanschaffen, plus de
diverse peperdure
boeken. Vervolgens
wilde hij ook nog
met me bidden.
#MeToo bestond toen
nog niet, maar ik
heb me de dag erna
laten uitschrijven
uit die kerk, en me
tientallen jaren
prima kunnen redden
zónder. Toch was
het daarna qua
kerkbezoek nog niet
helemaal over: Mij
werd gevraagd te
spelen bij de
trouwdiensten van
mijn oudste broer,
van mijn twee
zussen. Door de
bruidsparen waren
hier en daar profane
verzoeknummers
ingediend,
gedeeltelijk kon ik
daaraan voldoen (We
zullen doorgaan,
thema “de
organist”, ook van
Shaffy), maar het
lukte me
bijvoorbeeld niet
Cent mille chansons
enigszins
overtuigend op het
orgel tot klinken te
brengen.
Zelf
getrouwd, maar dat
duurde kort.
Scheiding. Enige
tijd later een
nieuwe relatie, er
kwamen zelfs twee
schatten van
kinderen, maar
uiteindelijk na 27
jaar samen toch weer
een scheiding. In de
tussentijd twee keer
in de Vluchtheuvel
gespeeld bij de
doopdienst van Daniël
en later die van
Hannah (kinderen van
Cees en Teeja).
Daarna ad hoc
ingevallen bij de
kerstdiensten toen
het water zo hoog
stond dat de vaste
organist de kerk
niet kon bereiken.
Mijn
muzikale achtergrond
is wellicht wat
ongewoon: Jarenlang
blokfluitles,
jeugdorkest,
kinderoperette,
mezelf wegwijs
gemaakt op het
harmonium, later
kwam er een piano in
huis, een jaar
pianoles (vreselijk
fantasieloos),
schoolcabaret,
cabaret
jeugdcentrum,
workshop BIM-huis
“Harmonieleer en
Improvisatie”,
sinds 1978 veel
samengespeeld met
Teeja Lont
(klassiek, pop,
jazz, maar ook
kerkmuziek). Tsja,
sinds 1990 heb ik
vier begrafenissen
in mijn familiekring
muzikaal begeleid,
achtereenvolgend
mijn vader, mijn
jongste zus, mijn
moeder, mijn oudste
broer. Zo zijn we
wat betreft het
ouderlijk gezin nog
maar met de helft
over.
Kan
zo niet meer nagaan
sinds wanneer ik lid
van de Vluchtheuvel
werd, dat was ergens
begin van deze eeuw,
sindsdien regelmatig
dienstgedaan als
organist/pianist. Ik
werd een aantal
jaren voorzitter van
de kerkenraad. En
ook nog eens
roostermaker voor de
organisten. Maak
liefst mijn eigen
arrangementen of
harmonisaties. Hoop
daarmee mensen te
enthousiasmeren en
echt mee te krijgen
in het zingen. Maar
ja, sommige
originelen (Bach
bijvoorbeeld) zijn
zo goed, dat ik me
aan bewerking niet
zal willen
bezondigen. Geloof
ik intussen weer een
beetje? Nou nee,
niet echt. Wat me zo
aantrekt in de
Vluchtheuvel is dat
je naar hartelust
mag twijfelen,
geloofszekerheid is
totaal geen
vereiste. Verder is
er een groot
enthousiasme bij het
instuderen van
nieuwe liederen.
Daarbij maak ik
graag en dankbaar
gebruik van de inzet
van de Cantorij, met
wie ik ook een
aantal speciale
projecten heb mogen
doen: Een paar
bruiloften, Cantique
de Jean Racine,
Klein
Kerstoratorium,
enzovoort. Mooie
herinneringen! Wordt
vast vervolgd.
Louis
Tiemensma
November-december 2018 ‘HUN VLUCHTHEUVEL IS…..’
Wim en Anja van Rookhuijzen Toen ze in 1985 trouwden, betrokken Wim en Anja van
Rookhuijzen een
jaren-30-huis aan de
Wageningsestraat,
tussen de spoorlijn
en de A15. Ze moesten eruit in 2001 om plaats te maken voor de
Betuweroute, de
goederenspoorlijn
tussen Rotterdam en
Duitsland. Wim wist
de boel nog aardig
op te houden, ze
waren de laatsten in
de rij die
uiteindelijk
vertrokken. Er moest
tenslotte iets
aardigs voor terug
gekocht kunnen
worden. En dat is gelukt, ze wonen nu in de Woerdsestraat, in
een prachtig
vrijstaand huis.
De bouwstijl ervan doet denken aan hun vorige.
Anja is afkomstig uit Echteld en was hervormd, Wim is opgegroeid in Randwijk, met de School met de Bijbel en de Gereformeerde Kerk, die pal naast hun huis stond. Het was dan ook even zoeken waar zij zich in Zetten kerkelijk thuis voelden. Herveld? De Rank? Wim is daar nog steeds ingeschreven. Het werd toch de Vluchtheuvel. Bij Anja al bekend van haar Christine Hermine-tijd en bij Wim vanuit zijn HBS jaren. Ze luisterden graag naar Just van Es, die toen predikant was. Hun drie kinderen zijn er gedoopt, Annelies, Janric en Merije. Annelies en haar man Jeroen trouwden in juni 2013 en hun twee dochtertjes zijn er ook weer gedoopt. Inmiddels zijn zij trouwe bezoekers van de Meespeelviering.
Wim werkt bij
Stirling Cryogenics
in Eindhoven, waar
ze machines maken
voor
-250 C
en Anja bezoekt voor
ziekenhuis
Rivierenland in Tiel
patiënten in de
buitendienst.
Overigens is Anja
ten tijde van dit
interview niet zo
mobiel: al 14 dagen
is ze met een nieuwe
knie aan huis en aan
de bank gekluisterd.
Wat haar slecht
bevalt. Ze heeft een
hekel aan stil
zitten en dan
helemaal afhankelijk
te zijn van anderen.
Opgetekend door Atie
Huygen
Januari-Februari 2019 'MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Hermien Schuiten werd geboren in het
Friese Bakkeveen in
1938. Haar wieg
stond in het huis
naast de
Volkshogeschool,
want daar werkten
haar ouders. Deze
Volkshogeschool was
in 1932 opgericht,
als eerste in
Nederland, al gauw
verschenen overal in
het land
Hogescholen, niet te
verwarren met
Volksuniversiteiten,
waar het vooral om
kennisoverdracht
gaat. VHS
organiseerden
cursussen voor jonge
boeren, studenten,
werklozen en ook
buurtwerk. In 1940
sloot de HS
(tijdelijk) haar
deuren, vanwege de
oorlog en Hermien
verhuisde met haar
ouders naar
Bennekom. Haar vader
werkte op de
toenmalige Landbouw
Hogeschool in
Wageningen. Door evacuatie in 1944 belandden ze in
Lunteren en
voorlopig bleef het
gezinnetje aan het
verhuizen in die
jaren, met als
gevolg dat Hermien
op geen enkele
school kon aarden.
Op de
Montessorischool in
Rotterdam was het
wel fijn.
Haar ouders
scheidden toen ze 12
was en ze trok met
moeder naar Hengelo
in Overijssel. Ze
maakte daar de
lagere school af,
haalde Mulo B en
ging in de
verpleging in
Enschede. De keuze
voor de verpleging
werd vooral
ingegeven door het
feit dat ze op deze
manier tenminste
thuis weg kon, want
haar wat dominante
moeder liet haar te
weinig ruimte. Het
werd een fijne tijd,
met fijne contacten. In Arnhem haalde ze daarna haar
kraamdiploma in het
toenmalige
Gemeenteziekenhuis.
Ze leerde haar man
Peter kennen, maar
moest vanwege het
huwelijk haar baan
als nachthoofd in
Ede, opgeven. Ze
kregen een dochter,
Elena en een zoon,
Peter. Inmiddels
woonden ze in
Zetten. De kinderen
gingen naar de Van
Lingenschool, waar
Hermien met veel
plezier
vrijwilligerswerk
deed. Ook haar drie
kleinkinderen, Emma,
Peter en David zaten
of zit nog, op die
school. Peter en
Hermien scheidden in
1982.
Van huis uit was Hermien bekend met de
Christengemeenschap,
en in Arnhem woonde
ze op zolder van het
gebouw van de
Gemeenschap. Ze kon
dan indien nodig de
telefoon nog eens
aannemen. De
Christengemeen-
schap is een
beweging tot
religieuze
vernieuwing, het is
een Nederlands
Kerkgenootschapen en
heeft verwantschap
met de
Antroposofische
beweging. Men
kent priesters als
voorgangers en viert
elke zondag het
avondmaal. Kerkelijk
had Hermien in
Zetten nog geen
onderdak gevonden,
tot
Riet Jansen
haar uit eens
uitnodigde mee te
gaan naar de
Vluchtheuveldiensten.
Het was 2006-’07
en Martin was
predikant. Ze
heeft het er naar
haar zin en bezoekt
vaak de dienst.
Daarnaast gaat ze
naar de maandagmiddagvieringen,
de seniorenochtenden
en is één van de
weinige Heuvelaars
die regelmatig bij
de bijeenkomsten van
“Het Gele
Boekje” is. En
niet te vergeten de
maaltijden in De
Herberg, waar ze een
lans voor wil
breken:
“lekker,
gezellig en goed
voor de
contacten”. Opgetekend door Atie Huygen
'MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Ludo de Beaufort Terugkijkend op de 45 jaar, waarin ik in Zetten woonde, springt de kerk op de heuvel er als eerste uit, vol met nostalgische herinneringen. Zo zaten leraren van het toenmalig Heldring College op zondag tegen de muur onder de klok en daarvoor een bank vol draaierige internaatleerlingen. Elders werden hele banken gevuld met pupillen van de Stichtingen, in toom gehouden door groepsleiding. De kerk zat toen helemaal vol. Hoe anders is dat nu. Zou Heldring zich met een zucht in zijn graf omdraaien: "heb ik daarvoor nou die kerk laten bouwen"? Of zou hij met de kennis van nu en met respect voor groepsleiders bewondering opbrengen voor wat er nu met pupillen toch nog bereikt wordt? Nadat in de tijd van de toenmalige ds. Wijntje weerbarstige pupillen de cel in moesten als ze niet mee wilden naar de kerk, ging het roer definitief om. Ook het internaat hield op te bestaan en veel leraren, aanvankelijk knus bij elkaar in de Bethelstraat zochten andere woonlocaties, zo ook ondergetekende, eerst in het ,megahuis aan de Vluchtheuvellaan met Anne Marie Hille Ris Lambers, toen wat bescheidener, met Riet Jansen aan het Teresaplein. Zelf bleef ik de Vluchtheuvel trouw. Waarom? Was het bij gebrek aan alternatief, uit gewoonte, of omdat er op de heuvel in toenemende mate vrijheid van denken mogelijk werd gemaakt. Nu, na vijf dominees verder dan Wijntje, en er geen vaste predikanten meer zijn en er ook geen dominees meer rondlopen in de Stichtingen blijkt dat we mondig genoeg zijn om de spirit van gemeenschapszin vast te houden en elkaar te accepteren zoals we zijn in evangelische verdraagzaamheid en gastvrijheid. Zoiets overpeins ik iedere keer als i k zo nu en dan als gast leiding mag geven aan een kerkdienst: het voelt goed op de heuvel. Achter de preekstoel hangt nog steeds een marmeren bord. Destijds kreeg een dochtertje van mij papier en potlood om zich bezig te houden. Ze zag het bord, tekende de omtrek en schreef daarin: God is lief. Daar moet ik ook aan denken, als ik dat bord zie. En voor de preekstoel, daar heeft een wit kistje gestaan van ons zoontje Peter. Op diezelfde plek werden Riet en ik in de echt verbonden. Allemaal herinneringen. Ik was leraar aan het toenmalig Heldring College en later ook aan de leraarsopleidingen in Wageningen en eenmaal met pensioen nog lang, samen met Riet betrokken bij de heuvelkerk.
Nu kijk ik om vanuit mijn kerkelijke gemeente in Zutphen. Diensten in een gotisch gebouw van eeuwen her, een beroemd orgel met een organist even goed als Henk, een kerkenraad met een bank vol ambtsdragers, heel indrukwekkend allemaal. Maar in gedachten zie ik u, dappere volhouders voortgaan op de plek, waar ik zulke goede herinneringen aan bewaar. De complimenten, Heuvelaars! van de oude Heldring en ook van mij.
Uw Ludo de Beaufort
MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Tineke Beukema mei-juni 2019 Ze is een heel trouw bezoeker van de wekelijkse diensten in De Heuvel, Tineke Beukema. Tot zijn overlijden in december 2016 kwam ze altijd samen met Henk, haar man.Ze werd in het eerste oorlogsjaar geboren in Groningen, waar haar vader een onderneming in metaalwaren had. Toen ze 10 jaar was, verhuisde het gezin naar Rhenen. Ze doorliep de middelbare school in Veenendaal en deed daarna de opleiding N12, koken en Huishoudkunde. Ze ging een jaar naar Engeland en werkte als dieetkok in een ziekenhuis. Vanaf 1960 nam ze deel aan internationale oecumenische werkkampen van de Wereldraad van Kerken. Ze trof er jongelui uit alle windstreken. Gezamenlijk werd gebouwd, in o.a. Winsum en Exeter in Engeland. Ook bereidde men met een groep kerkdiensten voor, of dagsluitingen. Het verdiepte haar geloof en gaf haar een positieve instelling mee die blijvend was. Ze behaalde in 1962 haar diëtiekdiploma en gaf in die tijd ook les op de huishoudschool in Wageningen. Op een feestje kwam ze Henk tegen. Henk, een echte Groninger, afkomstig uit Vierhuizen bij Zoutkamp, was net afgestudeerd, in Nederlandse landbouw, gespecialiseerd in aardappels. Hij heeft zijn kennis in heel veel landen doorgegeven. Tineke ging in Groningen werken als diëtiste van het Groene Kruis, maar de verkering bleef aan. In 1965 trouwden ze. Eerst woonden ze in een flat in Wageningen, daarna aan het Nieboerplein in Zetten . Henk kende uit zijn studententijd ds. Volten, studentenpastor. Hij trouwde hen en doopte hun zoon Klaas. Tineke was in een Gereformeerd gezin opgegroeid, maar het was niet heel streng thuis. Henks ouders waren ook Gereformeerd en kerkten in Zoutkamp. Vader Beukema mocht graag af en toe te luisteren gaan in de N.H. kerk in Vierhuizen, wat als iets verlichter gold. Aanvankelijk kerkten Henk en Tineke in de Gereformeerde kerk hier en hun dochter Jannet is er gedoopt. Ook kwamen ze graag in de Doopsgezinde kerk in Wageningen. Ten tijde van ds. Van Leeuwen maakten ze kennis met de Vluchtheuvelkerk, maar je kon er geen lid van worden als je niet bij De Stichtingen werkte. Ze losten het op door gastlid te worden.. Ze maakten achtereenvolgens het hele rijtje dominees mee. Toen er een nieuwe dominee moest komen, zat Tineke in de beroepingscommissie met Kees van de Berg. Ze togen naar Amsterdam om Just van Es te beluisteren. Het resultaat was dat beiden zeiden: die moeten we hebben! Zowel Tineke als Henk hebben nooit een officiële functie bekleed in het kerkelijk werk. Dat had te maken met de afkeer van vergaderen. Ook was Henk nogal eens naar het buitenland om zijn kennis van aardappels te verspreiden. Maar er was genoeg ander werk: Henk zette met Ina Kliffen het Vluchtheuvelkrantje open is dat tot zijn dood blijven maken, daarbij vele jaren bijgestaan door Erica van Klinkenberg. Hij verzamelde, sloeg op en Tineke hielp met de lay out. 1 jaar voor zijn overlijden schafte hij nog speciaal voor de krant een nieuwe WordPerfekt aan. Tineke startte met Tineke Maats in 1990 de Seniorenbijeenkomsten. Nog steeds verzorgt zij de ochtenden bij haar thuis, inhoudelijk bijgestaan door Tineke M. en Hans Hille Ris Lambers. Na haar verhuizing naar het Julianaplein is de Heuvel op loopafstand. Mocht het allemaal niet meer lukken met De Heuvel, dan kunnen we wat Tineke betreft, best samen op gaan met de De Rank.
Opgetekend door Atie Huygen
Wat betekent de Vluchtheuvel voor mij? ...... Willemien Seinhorst juli-aug 2019
Mijn contact met
de Vluchtheuvel
begon bij
Vluchtelingenwerk.
'MIJN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Ik ben geboren in de driehoek Franeker, Harlingen, Bolsward, op een boerderij midden tussen de weilanden. Ik ben de oudste van twee zussen en drie broers . De kerk speelde een belangrijke rol in ons leven, mijn vader was ouderling en kerkelijk heel meelevend. Hij was erg betrokken bij de kerk, maar hij was het er ook vaak niet mee eens. Hij las veel, van Van Ruler, Karl Barth, Miskotte en misschien nog wel meer. Wij konden ons nooit zo afzetten tegen kerk en geloof, dat deed mijn vader al. Na de kerkdienst moesten we over de preek discussiëren en over wat de dominee had kunnen zeggen. Toen ik 17 was verhuisden we naar de Noord Oost Polder. Wij waren de tweede bewoners, geen pioniers. Maar het was voor ons een hele vooruitgang, een modern huis met alle gemakken en aan een geasfalteerde weg zonder hekken en de buren vlakbij. In de polder kwamen de mensen overal vandaan, ook uit de Betuwe. In Tollebeek waar we toen bij hoorden was het kerkelijk klimaat wat zwaarder dan we gewend waren. Voor mijn vader was dat niet altijd makkelijk, maar hij werd toch weer ouderling en ik kwam in de jeugdraad van de kerk. We moesten zorgen voor jeugddiensten en de Kerstdienst. Toen ik klaar was met de kleuterkweek, kreeg ik werk op Urk, dat was niet altijd makkelijk. Veel kinderen, grote klassen, soms wel 42! In die tijd ontmoette ik Jan. Toen we net verkering hadden moest Jan in dienst en schopte het tot Luitenant. Daarna solliciteren en dat werd een Agrarische school in Winterswijk. Daar kregen we twee zonen, Jelte en Rients, ze werden allebei gedoopt in de Jacobskerk. Toen Jelte gedoopt werd was het autoloze zondag. Onze familie moest al ‘s zaterdags komen en logeren, zelfs bij buren. Na 5 jaar vertrokken we naar Oss waar Jan adjunct werd van een Agrarische school. De jongste zoon Jaap, werd daar geboren. We woonden nog niet zo lang in Oss , toen Jan een baan in Drachten kreeg. Wij blij, weer wat dichterbij de familie. Daarna werd Jan gevraagd als directeur voor de Landbouw Praktijkschool in Schoondijke, helemaal in Zeeuws-Vlaanderen. daar was ik niet zo blij mee, zo ver weg van de familie. Ik werd er ouderling in de NH kerk. De jongens wenden snel, al zeiden de kinderen tegen hen: “Jullie proaten vreemd, jullie proaten van de televisie.” Vanwege een fusie moest er weer verhuisd worden. Ons huis in Zetten zou tegen Kerst klaar zijn. Voor de zomervakantie gebeurde wat je hoopt dat je nooit zult meemaken, onze middelste zoon Rients kreeg een brommerongeluk en overleed na 9 dagen in Brugge. We kregen veel steun van de kerk en de mensen in Schoondijke. Met twee kinderen kwamen we daarna in Zetten wonen, een heel moeilijke start. Om ons kerkelijk thuis te voelen in Zetten, was het even zoeken. Via burgemeester Van Vliet kwamen we bij de Vluchtheuvel terecht en voelden ons daar wel thuis. We deden mee aan groothuisbezoeken en waren ook wel gastgezin. Ik ging invallen op scholen in de omgeving. Net toen we ons leven weer op de rit hadden werd Jan ziek en overleed na anderhalf jaar. Dat was een nieuwe klap. Ook nu kregen we steun van de kerk, iedereen leefde erg mee. Maar dat is nu alweer 19 jaar geleden. Ik heb er nu 2 lieve schoondochters en 4 kleinkinderen bij en daar geniet ik erg van. De Vluchtheuvel is voor mij belangrijk, want ik vind samen vieren heel mooi en rituelen in de kerk zijn belangrijk, vooral bij blijde of verdrietige gebeurtenissen. Dan heb je dat nodig als troost, om je dankbaarheid of blijdschap te tonen. En ook het koffiedrinken daarna voor de sociale contacten. Ook de diensten met Kerst en Pasen met bijzondere rituelen vind ik mooi en de diensten met verschillende gastsprekers. Ik voel me nog steeds thuis in de Vluchtheuvel, al wordt de groep wel wat klein. Akke Beärda-van Wijngaarden
'HUN VLUCHTHEUVEL IS…..’ Sinds 1977 wonen wij in de Betuwe, allebei afkomstig uit Zwijndrecht, in die tijd een tuindersdorp aan de Oude Maas. We woonden daarna 6 jaar in Rotterdam ‘ op Zuid ‘ zoals de Rotterdammers zeggen. De overgang van de grote stad naar de Betuwe was groot maar intussen voelen we ons echte Betuwenaren. Opgegroeid in een gereformeerd gezin maakte de keuze voor de Ger. Kerk Midden-Betuwe vanzelfsprekend en we voelden ons daar wel thuis. Ries werd docent aardrijkskunde op het Heldring College. Tijmen, Sjoerd en Tamar werden geboren en ik bleef thuis als huismoeder en deed vrijwilligerswerk bij de Wereldwinkel en later bij de bloedinzameling van het Rode Kruis als keuringsanaliste in de regio. Het was de tijd van de opkomende vredesbeweging waar we via het IKV en de Wereldwinkel bij betrokken raakten. We liepen mee in de demonstraties in Amsterdam en Den Haag. We maakten kennis met de Vluchtheuvel door de bijzondere kinderdiensten met Hanny, Erica en Barbara en ook door een dienst die de Wereldwinkelgroep samen met Ernst Knijff voorbereidde. De losse en veel minder strikte opvatting van kerk-zijn in de Vluchtheuvel beviel ons heel goed en we besloten ons bij de VH aan te sluiten. De term ‘vrijheid in verbondenheid’ geeft weer wat ons destijds aantrok. In de jaren 90 was ik zo’n 10 jaar kerkenraadslid. Just, Hanno en Martin waren toen achtereenvolgens deeltijdpredikant met in de loop der tijd steeds minder uren bij de OGH. We kerkten in de winter in Elrond (vanwege de stookkosten ?), onze jongens genoten dan na de dienst van het leren autorijden op het zwarte veldje...! Er werd hard gewerkt aan een samengaan met de Gereformeerde kerk maar de consequenties van de voorstellen van de projectgroep vonden we toch te vergaand, het bleef bij de huidige samenwerking. Ingrijpende gebeurtenissen zoals het overlijden van Jaap van der Craats, de trouwe organist en steun en toeverlaat als je ouderling van dienst was, van Lida’s zoon Jelle, van Jan-Willem Bakker versterkten het gevoel van verbondenheid , ook juist in moeilijke tijden. Dan waren en zijn er de bijzondere diensten: startzondagen, de kinderdiensten, vredesdiensten, de liturgische lezingen, de Paascyclus door mij als hoogtepunt ervaren door de eenvoudige maar indringende opzet: evangelielezing door o.a. Jaap Maats en de Taize liederen van cantorij, in de kring op het podium. Later heb ik het preekrooster gemaakt, eerst samen met Rommert van den Bos en daarna tot nu toe alleen. Ries zat in een commissie die de toekomst van de VH moest verkennen met o.a. Martin de Jong, Dick Kwakkel en Jan Knotter. We hebben nooit spijt gehad van onze overstap en zijn blij dat er nog steeds diensten zijn in de VH, ook al komen we niet meer aan het aantal kerkgangers dat Jaap van der Craats ooit vanaf het orgel telde: gemiddeld 80! Ondanks sombere voorspellingen en moeizame samenwerking met de OGH bestaat de Vluchtheuvelgemeente dus gelukkig nog steeds.
Leny en Ries Euser
|
||